“Ik stuur u een catalogus van de mooiste bloemen, die zich hier bij mij in de Hortus van Pisa bevinden. Op het moment ben ik ook een catalogus van het museum aan het opstellen en beide zal ik u zo snel mogelijk opsturen.”
Francesco Malocchi in Pisa aan Carolus Clusius in Leiden, 8 november 1606.
Deze brief van Francesco Malocchi, geschreven in een prachtig handschrift, werd verstuurd vanuit de oudste botanische tuin van Europa, de Orto Botanico van Pisa. Deze tuin werd in 1543 ingericht door de befaamde arts en natuuronderzoeker Lucas Ghini (1490-1556) en is sindsdien maar liefst drie keer verplaatst voordat het op zijn definitieve bestemming kwam, op maar een paar passen afstand van de beroemde scheve toren.
De brieven van Malocchi, de vierde prefect van de tuin van 1596 tot 1613, geven een interessante blik op de status van Clusius aan de kringen rondom het Florentijnse hof en de nauwe samenwerking die hij onderhield met de Hortus van Pisa. Zo vertelde Malocchi, in een eerder schrijven in juni 1606, dat de toenmalige groothertog van Toscane, Ferdinando I de’ Medici, verlangde dat Clusius gebruik zou maken van zijn tuin en hem advies zou geven over welke bloemen nog ontbraken. Om deze taak gemakkelijker te maken wilde de groothertog dat Clusius een catalogus kreeg van alle planten die zich in de tuin bevonden. Francesco Malocchi ging vervolgens hard aan de slag om alle soorten te identificeren en stuurde de uitgebreide lijst naar Leiden, te zien op de afbeelding bij deze blog. Helaas is er geen brief bewaard gebleven om er achter te komen welk advies Clusius de groothertog gaf.
Clusius moet in Toscane dus enige roem hebben genoten en dit is dan ook een goede reden om een bezoek te brengen aan de Hortus in Pisa. Op een warme zomerdag in juli ben ik gaan kijken of er nog sporen van Clusius te vinden zijn.
Bij binnenkomst is er heel wat veranderd sinds 1608. Een bezoeker kwam toen niet, zoals ik, in een souvenirwinkel terecht, maar bereikte de tuin via een lange galerij waar de geschilderde portretten hingen van zestien beroemde hoogleraren en botanici. Tussen deze portretten figureerde maar één buitenlander, Carolus Clusius. De beeltenis verwijst naar zijn status als misschien wel de belangrijkste buitenlandse correspondent voor de botanische tuin in Pisa. Een status die hij onder meer te danken had aan zijn aandeel in de uitwisseling van de vele exotische plantensoorten en bloemen. De curator van het Botanisch museum vertelde verder dat het de bovengenoemde Francesco Malocchi was die begon met het verzamelen van de zestien ‘Imagines Illustrium Virorum’. Het portret, geschilderd door Filippo Paladini (1544-1614) in 1606, is gebaseerd op een eerder gravure uit Clusius’ ‘Rariorum Plantarum Historia’, vervaardigd door Jacob de Gheyn in 1601, en heeft een zekere indruk moeten hebben gemaakt op de bezoekers. Vandaag de dag kijkt Clusius nog steeds statig neer op de bezoeker van de tuin in Pisa.
Auteur: Ingeborg van Vugt (junior onderzoeker Universiteit van Amsterdam & gastmedewerker Huygens ING)
Verder lezen:
L. Tongiorgi Tomasi en F. Garbari, ‘Carolus Clusius and the botanical garden in Pisa’ in: Tjon Sie Fat en De Jong ed., The authentic garden, 61-73.