Vorige pagina

“Ik zend u deze tekening (die mijn zoon van een ander nagetekend heeft) van drie monsters die in Opper Hongarije gevonden zijn. Men ziet duidelijk Gods toorn.”

Esaya le Gillon in Praag aan Carolus Clusius in Leiden, 24 juni 1606, Universiteitsbibliotheek Leiden VUL 101

Esaya le Gillon was een neef van Clusius en werkte vanaf de jaren 1580 als portrettekenaar aan het keizerlijk hof in Praag. In een levendige briefwisseling, waarvan er helaas maar zes bewaard zijn gebleven, hield hij Clusius op de hoogte van de laatste nieuwtjes uit het brandpunt van de Habsburgse politiek: de strijd tegen de Ottomanen, de opstand van de Hongaren, het komen en gaan van ambassadeurs, legerleiders, koningen en hoge aristocraten. Ook schreef hij Clusius regelmatig over diens oude vrienden uit Wenen; edellieden en geleerden die nog wel aan het keizerlijk hof verbonden waren. In een tijd waarin er nog nauwelijks regelmatige nieuwsvoorziening bestond, waren dit soort persoonlijke briefcontacten goud waard.

Als kunstenaar stuurde Le Gillon praktisch met al zijn brieven afbeeldingen mee: vooral kopieën van portretten van hooggeplaatste personen, die hij in opdracht van de keizer maakte, zoals van deze ambassadeur van de Perzische sjah. Maar hij stuurde ook eens een gekleurde tekening van een bijzondere iris-soort uit Constantinopel, die Clusius gebruikte als basis voor een beschrijving in zijn Rariorum plantarum historia (p. 217). Geen van deze illustraties is nu nog bij de originele brieven te vinden. Clusius bewaarde opgestuurde tekeningen meestal in een aparte mappen, voor nadere bestudering, of totdat een graveur er een houtsnede van kon maken. Sommige afbeeldingen raakten vervolgens zoek in het kopieerproces, andere werden onherstelbaar beschadigd, en weer andere kwamen wel bij Clusius terug maar werden na zijn dood met zijn bibliotheek geveild en raakten zo verspreid over verschillende collecties (zoals deze tekening van een sleutelbloem die ooit aan Clusius toebehoorde en door mij werd teruggevonden in een zeventiende-eeuws tulpenboek in de collectie van het NEHA/IISG).

Één tekening is wel bewaard gebleven. Het is een kindertekening van een zoon van Esaya le Gillon, gemaakt in 1606. Als dank voor een geschenk van negentig goudguldens, tekende de jongen voor zijn genereuze oom drie ‘monsters’, die eerder dat jaar in Hongarije waren gevonden: een kalf met twee koppen, een wezen met hoeven, handen en twee hoofden, en een zwijn met een mensenhoofd. In de meegestuurde brief schreef zijn vader aan Clusius dat de gedrochten onmiskenbaar van Gods toorn getuigden. Vermoedelijk doelde hij hiermee op de langdurige opstand van de Hongaren tegen het (door God gegeven) Habsburgs gezag, waarover hij al vaker had verteld. Het was in die tijd heel gebruikelijk om ‘wonderlijke’ natuurverschijnselen als nieuwswaardige feiten en als goddelijke voortekenen te presenteren. Misgeboortes, kometen en aardbevingen werden uitgebreid geportretteerd in brieven en geïllustreerde pamfletten. Waarschijnlijk kopieerde Clusius’ achterneefje zijn tekening ook van een dergelijk pamflet.

Le Gillon’s brieven vormen een levendige bron voor de politieke, artistieke en sociale wereld van de zestiende eeuw. Bovendien getuigen ze van de nauwe banden die de alleenstaande geleerde met zijn familie onderhield, een kant van Clusius die we nog nauwelijks zijn tegen gekomen in deze reeks. Omdat dit soort briefwisselingen nauwelijks over planten gaan, zijn ze nooit eerder gepubliceerd of onderzocht.

Maar er is goed nieuws: alle 1600 Clusiusbrieven, botanisch of niet, zijn vanaf nu online te bekijken in een digitale editie verzorgd door het Huygens Instituut voor Nederlandse Geschiedenis, in nauwe samenwerking met het Scaliger Instituut van de Universiteitsbibliotheek Leiden. Deze allereerste digitale editie van de Clusiuscorrespondentie is nog niet af, maar biedt op het moment al bijna 1000 doorzoekbare teksten van brieven. We hopen dat u veel plezier beleeft aan het bekijken en lezen van deze unieke en veelzijdige zestiende-eeuwse geleerdencorrespondentie!

Auteur: Esther van Gelder

Literatuur: De transcripties, vertalingen en scans van de brieven van Esaya le Gillon zijn raadpleegbaar via: Clusius correspondence. A digital edition-in-progress. 1st release: December 2015. The Hague: Huygens ING. http://clusiuscorrespondence.huygens.knaw.nl. De kindertekening is hier: http://clusiuscorrespondence.huygens.knaw.nl/edition/entry/901

Het citaat is vertaald uit het Italiaans door Clusius-biograaf F.W.T. Hunger, wiens onderzoeksarchief wordt bewaard in de Universiteitsbibliotheek Leiden, BPL 2596.

Bij ons leer je de wereld kennen