21 april 2023 - Onderzoek naar Aziatisch planten is zijn levenswerk. Daar komt nu een kroon bovenop: een plant uit de koffiefamilie met zijn naam. Paul Kessler is LUF-bijzonder hoogleraar Botanische tuinen en botanie van zuidoost Azië en als wetenschappelijk directeur verbonden aan de Hortus botanicus. ‘Geheel onverwacht krijg je 30 jaar later resultaat van je werk te zien. Dat vind ik echt heel bijzonder.’
Als kind wilde Paul Kessler eigenlijk dierentuindirecteur worden, want dieren vond hij geweldig. Maar dat veranderde. Vanaf zijn twaalfde ging hij elke zomer logeren bij vrienden van zijn ouders in De Bilt. ‘Zij hadden een vaste plantenkwekerij en daar is mijn liefde voor planten ontstaan.’ Kessler ontdekt dat hij het heerlijk vond om onkruid te wieden, en al doende raakte hij geboeid door de plantenwereld. ‘Ik leerde welke plant waar vandaan kwam en welke verzorging ze nodig hadden. Ik kende de Latijnse namen en leerde zaden verzamelen.’
Kessler ging Biologie studeren in Kaiserslautern in Duitsland. Zijn master en promotie deed hij in plantensystematiek, bij een hoogleraar die onderzoek deed naar een bomenfamilie (Annonaceae) in Sri Lanka. Dát vond hij interessant. En die keuze betekende ook dat hij in Leiden terechtkwam. ‘In Kaiserslautern hadden ze geen herbarium en als het over Zuidoost Azië gaat moet je sowieso in Leiden zijn. Leiden heeft al heel lang een band met Indonesië, en heeft indrukwekkende plantencollecties opgebouwd de afgelopen eeuwen. En ik sprak natuurlijk al Nederlands; het was een vak op school en ik was hier elke zomer.’
Vijftien jaar lang onderzoek in Indonesië
Na zijn promotie in Duitsland, ging Kessler uiteindelijk voor het Rijksherbarium van de Universiteit Leiden als onderzoeker aan de slag in Indonesië. Zes tot negen maanden per jaar deed hij onderzoek op Borneo. Als bioloog inventariseerde hij de laaglandbossen. Vijftien jaar lang. Zijn gezin zat in Nederland. En ja, dat was best lastig. ‘Ik heb mijn kinderen niet vaak naar school gebracht’, vertelt Kessler. ‘Maar goed, de situatie was nou eenmaal zo, we moesten ermee dealen.’
In die periode, in 1992 om precies te zijn, verzamelde hij ook de plant die nu naar hem vernoemd is. Het ging om een plant uit de koffiefamilie Rubiaceae, van het geslacht Timonius. ‘Althans dat dachten we toen. Recent hebben twee collega-onderzoekers het hele geslacht nog een keer onder handen genomen. En zij kwamen erachter dat de plant die ik verzameld had, een onbekende soort was. Nieuw voor de wetenschap. En dus moest hij een naam hebben.’
Hij hoorde het via de mail. In de publicatie van zijn collega’s las Kessler tot zijn verbazing dat de plant nu Timonius kessleri heet. ‘Het was echt een grote verrassing. Je doet jarenlang veldwerk, je brengt planten en bomen in kaart voor de wetenschap. En dan blijkt 30 jaar later dat je een nieuwe soort hebt ontdekt. Dat die nu mijn naam heeft, vind ik ontzettend eervol.’
Tekst: Christi Waanders. Foto: Simone Both.