Carolus Clusius
Carolus Clusius was de eerste prefect van de Hortus botanicus. Hij bracht de eerste grote tulpencollecties naar Nederland.
Charles de l’Écluse of Carolus Clusius werd in Vlaams Noord-Frankrijk geboren en studeerde rechten en medicijnen. Hij reisde heel Europa rond om planten te verzamelen, beschrijven, kweken en bestuderen, en werd zo één van de eerste echte botanici. Hij had een passie voor planten, maar ook uitstekende contacten met iedereen die in zijn tijd in planten was geïnteresseerd. Hij woonde jarenlang in Wenen, waar hij een tuin aanlegde voor Keizer Maximiliaan II. Daar begon hij met het verzamelen van bolgewassen, waaronder de tulp, die in die tijd in Turkije werd gekweekt. Clusius arriveerde op 19 oktober 1593 in Leiden, waar hij de rest van zijn leven bleef wonen. Hij hield zich tot de dood van Cluyt in 1598 met de tuin bezig, en wijdde zich daarna aan het schrijven van zijn verzamelde werken: Rariorum Plantarum Historia (1601) en Exoticorum Libri Decem (1605).
Bij de ingang van de Clusiustuin is een borstbeeld van Carolus Clusius te vinden.