De Hortus botanicus Leiden is de oudste botanische tuin van Nederland en West-Europa, gesticht in 1590 in de Leidse binnenstad. Sindsdien is het terrein steeds verder uitgebreid tot een omvang van zo’n 4 hectare, oftewel ongeveer 5,5 voetbalveld.
Historie
Gesticht in 1590
Afbeelding: De tuin anno 1610, prent van Woudanus
Na de stichting van de Universiteit Leiden in 1575 ontstond de wens voor een kruidentuin voor het onderwijs aan geneeskundestudenten. In 1590 werd het stuk grond achter het Academiegebouw, het universiteitsgebouw aan het Rapenburg, overgedragen van de gemeente aan de universiteit. En zo werd de oudste botanische tuin van Nederland gesticht.
Maar zonder de benodigde kennis kon de tuin niet daadwerkelijk aangelegd worden. In 1593 ging de bekende plantkundige Carolus Clusius als prefect (directeur) aan de slag. Onder zijn leiding en met hulp van Delftse apotheker Dirk Cluyt, de eerste hortulanus (tuinopzichter), werd in één seizoen de tuin aangelegd: 1585 exemplaren van ruim 700 soorten, geordend in genummerde plantbedden.
Aan de afgebeelde personen op de oudste plattegronden is te zien dat de tuin niet alleen toegankelijk was voor wetenschappers, maar ook voor de Leidse burgerij. Vanaf het allereerste moment was de Leidse Hortus botanicus een plek die wetenschap en ontspanning met elkaar verweefde.
Uitbreidingen van de tuin
Afbeelding: De tuin anno 1887, plattegrond door Heinrich Witte
Sinds de stichting is de Hortus behoorlijk uitgebreid. In 1736 werd de oversteek gemaakt naar de andere kant van de gracht die de tuin begrensde, en een kleine tien jaar later werd daar een stenen Oranjerie gebouwd. Hierin werden – en worden nog steeds – de planten ondergebracht die de Nederlandse winters anders niet zouden overleven.
Over de jaren verwierf de Hortus steeds meer ruimte richting en langs de Witte Singel. Maar er moest ook ingeleverd worden: in 1857 moest de Hortus een deel van het terrein afstaan voor de bouw van een nieuw observatorium, dat in de 21e eeuw nog steeds op dezelfde plek staat. De meest recente terreinuitbreiding van de Hortus stamt uit 2011: toen werd de tuin rondom dit observatorium, de Oude Sterrewacht, weer terug in beheer genomen.
Wist je dat?
De Hortus heeft door de jaren heen veel verschillende inrichtingen gehad, van rechthoekige genummerde bedden tot landschapstuin. Nu is de tuin ingedeeld in verschillende tuindelen, die elk op hun eigen manier zijn opgezet. Zo maakt de Systeemtuin logisch inzichtelijk hoe het plantenrijk in elkaar steekt, en is de Varentuin juist een heerlijk plekje om even te dwalen.
Kassen voor tropische flora
Afbeelding: De Victoriakas anno 1884, foto door Jan Goedeljee
Al snel werden er kassen gebouwd in de Hortus voor de kweek van tropische planten die niet gedijden in het Nederlandse klimaat. Waarschijnlijk werd de eerste onverwarmde kas al rond 1680 gebouwd, en in de eeuwen daarna vulde de tuin zich met verschillende kleine (on)verwarmde kassen. Zo stonden er in de 19e eeuw verspreid door de tuin speciale kassen voor orchideeën, varens, palmen, cactussen en bromelia’s.
In 1870 werd de gietijzeren Victoriakas gebouwd: een opvallende verschijning, aangelegd voor ’s werelds grootste waterleliesoort Victoria amazonica, die daar in 1872 voor het eerst bloeide. Tegenwoordig is deze letterlijk bekroonde kas niet meer te vinden in de tuin: in 1937 begon de bouw van het huidige verwarmde kassencomplex, waarna de oude kassen werden afgebroken.
Japanse invloeden
Afbeelding: Portret van Philipp von Siebold, 1875
Een bekende Leidenaar die ook veel voor de Hortus heeft betekend, is Philipp Franz von Siebold. Deze Duitse arts was een van de weinige Europeanen die in het begin van de 19e eeuw toegang kreeg tot Japan, een land dat zijn cultuur en biodiversiteit streng afgesloten hield van westerse invloeden. Vanaf het kleine eilandje Deshima, een speciale handelspost die Europeanen niet mochten verlaten, stuurde Von Siebold een grote verscheidenheid aan Japanse planten en andere objecten naar Leiden.
Wist je dat?
Ook in de 21e eeuw is de invloed van Von Siebold nog goed te zien: de Leidse Hortus heeft nog steeds een focus op (Zuidoost-)Aziatische flora. Ook is ter ere van het 400-jarig bestaan van de Hortus in 1990 de Von Siebold Gedenktuin aangelegd.
Meer over Von Siebold en de planten die hij meebracht, en die vandaag de dag nog steeds in de tuin te zien zijn, kun je lezen in dit wandelboekje (niet meer bij de kassa verkrijgbaar; let op: de kortingsactie voorin is vervallen).
De Hortus anno nu
Afbeelding: Een van de treurbeuken, 1884, foto door Jan Goedeljee
De Leidse Hortus botanicus is de oudste botanische tuin van Nederland. Die lange geschiedenis vind je overal in de tuin terug: in de monumentale Oranjerie overwinteren nog jaarlijks de vele kuipplanten die de Hortus rijk is, en in 2009 is de Clusiustuin verplaatst naar zijn oorspronkelijke plek.
De historie van de Hortus leeft nog steeds – ook letterlijk. Bomen en planten die al eeuwenlang deel uitmaken van de tuin zijn ook nu nog te bewonderen. De tulpenboom bij de entree van de Hortus is in 1716 uitgezaaid. De Ginkgo biloba die je naast de Tropische Kassen vindt, is ook een bijzonder exemplaar: in 1785 is deze mannelijke boom geplant, waarna er in 1935 een vrouwelijke tak op is geënt. Daardoor draagt een deel van de takken elk jaar nog vrucht.