Bollentuin
![Bollentuin](https://static.hortusleiden.nl/cache/bollentuin.1034/bollentuin-s500x500.jpg)
Herkomst | wereldwijd, behalve Antarctica |
---|---|
Levensvorm | epifyt |
Leeftijd | in de collectie sinds 1740 |
De grootste onderzoekscollectie van de Hortus is die van de orchideeën (Orchidaceae), deze bestaat uit meer dan 4000 soorten.
De meeste orchideeën zijn epifyten, dat wil zeggen dat ze niet in de grond wortelen maar op andere planten groeien, en in de Hortus op stukjes schors of in potjes met schorsstam kunnen worden gekweekt. Het grootste deel van de collectie is van wilde herkomst en wordt in de Tropische Kassen gekoesterd om de bloemen te kunnen bestuderen. Er zijn verscheidene nieuwe soorten in de Hortuscollectie gevonden, waaronder de eerste nachtbloeiende orchidee: Bulbophyllum nocturnum.
Met name de Oost-Aziatische orchideeën die door wetenschappers van de Hortus zelf zijn verzameld in onder andere de hoog- en laaglanden van Nieuw-Guinea, vertegenwoordigen met meer dan 3000 individuen het hart van de orchideeëncollectie, die uniek is in de wereld.
Naast tropische orchideeën bezit de Hortus ook orchideeën uit het Middellandse Zeegebied. In tegenstelling tot de epifytische orchideeën uit de tropen zijn deze soorten geofyten: ze groeien met een knol onder de grond. Geofyte orchideeën zijn te bewonderen in de Bollentuin.
De bijenorchis (Ophrys apifera) is een bekende orchidee waarvan, zoals de naam al verklapt, de lip enigszins op een bij lijkt. In tegenstelling tot veel andere orchideeën is de bijenorchis een geofyt: planten die ondergronds droge of koude tijden doorstaan, waarbij reserves opgeslagen zijn in hun knollen, bollen of wortelstokken. Onze collectie geofyten is een van onze kroonjuwelen, waarvan velen in de Bollentuin te bewonderen zijn. De bijenorchis past hier goed bij.
Het geslacht Ophrys komt voornamelijk voor in het Middellandse Zeegebied. In de Hortus wordt onderzoek gedaan naar orchideeën uit dit gebied. Het geslacht wordt in deze gebieden bedreigd, omdat het een traditie is om de planten op te graven en de jongste knol te verzamelen. Van die knolletjes maakt de lokale bevolking ‘salep’, een poeder dat waterige vloeistoffen heel dik en stroperig maakt. Helaas is er een nieuwe generatie verzamelaars die hele populaties planten uitroeien om winst te maken met de verkoop van salep. Om die reden vinden er diverse onderzoeken plaats om deze orchideeën én de salepcultuur goed te begrijpen, en om uiteindelijk een oplossing te vinden die voorkomt dat soorten uitsterven door deze traditie.
Belangrijke wetenschappelijke spillen in dit onderzoek zijn professor Barbara Gravendeel en Filip van Noort, onder wiens coördinatie diverse studenten en wetenschappers van buitenaf onze collectie gebruiken voor hun onderzoek.
Iedereen kent vanille, of dat nou in ijs, taarten of lekkere sauzen is. Minder mensen zijn zich bewust van het feit deze stof van een orchidee afkomstig is. Het geslacht Vanilla in de orchideeënfamilie is met iets meer dan 100 soorten aanzienlijk. De Leidse Hortus heeft een grote collectie van deze planten.
Vanille komt oorspronkelijk uit Mexico, maar wordt al sinds de negentiende eeuw ook elders gekweekt, onder meer op Madagascar en Réunion. Het duurt minstens vijf jaar voor een plant gaat bloeien en vrucht gaat geven. Daarnaast moet de plant buiten het oorspronkelijke gebied kunstmatig bestoven worden. Vanille is dan ook een kostbaar product. De geur- en smaakstof is dusdanig complex dat het niet synthetisch nagemaakt kan worden zonder kwaliteitsverlies.
Sinds 2014 staat in de Hortus een Vanilla planifolia. Dit is de soort die de beste kwaliteit vanillestokjes produceert.
Ontdekt tijdens een verzameltocht door medewerkers van de Hortus en Naturalis in 2003 kreeg deze orchidee in 2015 officieel een naam: Dendrobium goodallianum. Hij is dus vernoemd naar Jane Goodall.
De orchidee Dendrobium goodallianum werd beschreven in het vaktijdschrift Malesian Orchid Journal Vol. 14 (2014) door Ed de Vogel en Rogier van Vugt. Esmée Winkel maakte de bijbehorende wetenschappelijke tekening waarvoor zij tijdens de Botanical Images Scotia-tentoonstelling (BISCOT) in Edinburgh een gouden medaille kreeg.
Dendrobium goodallianum bloeit slechts één dag, en ruikt naar kokos. Een bijzonderheid, want de meeste orchideeën zijn vrijwel geurloos. De plant wordt in de Hortus in een onderzoekskas gehouden en is niet zichtbaar voor publiek. Dit heeft te maken met het feit dat er tot op de dag van vandaag slechts één exemplaar bekend is. Het gebied waar de orchidee vandaan komt, Papoea-Nieuw-Guinea, is sinds 2003 ten prooi gevallen aan grootschalige houtkap. Het leefgebied van de plant is dus helemaal vernietigd.
Het Aziatische geslacht Coelogyne is een van de speerpunten binnen onze orchideeëncollectie. De Chelonistele maximae-reginae is ondekt in cultuur en de exacte herkomst is nog onbekend. We weten wel vrijwel zeker dat de plant ergens van Borneo is gekomen. Ze is vernoemd naar Koningin Máxima, die in 2013 de gerenoveerde Tropische Kassen officieel opende.
Kies een taal