Wanneer de reuzenaronskelk (Amorphophallus titanum, ook wel bekend als de penisplant) bloeit, staat de Hortus op zijn kop. Deze plant wordt in het wild door vliegen bestoven, vandaar de kleur en penetrante geur. De plant komt oorspronkelijk op West-Sumatra voor, maar groeit al jaren in de Hortus.
Bloeiwijze
De reuzenaronskelk is bekend en berucht vanwege haar immense, tot meer dan drie meter hoge bloeiwijze, die een penetrante aasgeur verspreidt. Eerst komt een vlezige bloeikolf (spadix) omhuld door een schedevormig schutblad (spatha) op, dat zich na enkele dagen opent. In de bloeiwijze, die zich onderaan de kolf bevindt, groeien zowel de mannelijke als vrouwelijk bloemen. Om zelfbestuiving te voorkomen, gaan eerst de vrouwelijke bloemen open. Twee dagen later volgen de mannelijke bloemen.
De naam Amorphophallus titanum komt van de grote, gele bloeikolf. Letterlijk vertaald betekent dit ‘gigantische vormloze fallus’ en de reuzenaronskelk wordt daarom ook wel de penisplant genoemd.