De Jadebloem (Strongylodon macrobotrys) is een van de mooiste klimplanten in de kassen van de Hortus. Van nature groeit hij in tropische bossen op de Filipijnen.
Voormalig Hoofd Kassen Art Vogel verzamelde de plant voor de Hortus in 1995. Hij merkte hem op toen hij een vriend in West-Maleisië bezocht, die de plant uit zaad kweekte dat hij had verzameld tijdens een reis naar Mount Makiling, een vulkaan in de Filipijnen. Op die plek is de plant ook voor het eerst verzameld in 1841. Art mocht wat zaden van de plant van zijn vriend meenemen. Daaruit is de plant voorgekomen die regelmatig in de Leidse Hortus bloeit en de loopbrug tot een waar sprookje omtovert. Alle jadebloemplanten die hier (en in vele andere botanische tuinen) bloeien, zijn van hetzelfde exemplaar gestekt en dus genetisch identiek. Het is nog niet gelukt om in de Hortus volwassen planten te kweken uit zelfgekweekte vruchten, maar de plant stekt gelukkig makkelijk.
Art en zijn gezelschap ontdekten de klimplant uit de vlinderbloemenfamilie door de afgevallen bloemen op de bosbodem. In de Filipijnen is hij ook zeldzaam.
Heel wat bezoekers aan onze kassen zullen ook eerst de wonderlijke, lichtblauwe bloemen op het pad zien liggen en dan op zoek gaan naar de bron. De bloemtrossen van tot negentig centimeter lang verschijnen in maart.
Wist je dat?
De bloemen worden in hun natuurlijke omgeving door vleermuizen bestoven, die op hun kop aan de trossen hangen om nectar te drinken. De bijzondere, blauwe kleur maakt ze goed zichtbaar in het maanlicht.