Vorige pagina

Beide exemplaren van Amorphophallus gigas, die afgelopen week in bloei te bewonderen waren, zijn uitgebloeid. De stank is vervlogen, de kelken verwelkt en de bloeikolven hangen slap. Beide bloeiwijzes zijn bestoven en het geproduceerde stuifmeel is verzameld en opgeslagen. Nu is het wachten tot er zaden aan de kelken verschijnen.

Vorige week maandag ging het eerste exemplaar open, afgelopen vrijdag het tweede. Beide bloeiden zo'n twee dagen. De bloei duurt kort, omdat het ontzettend veel energie kost om zo'n grote bloeiwijze te produceren en de bloei zelf al helemaal een uitputtingsslag is. Dat we twee exemplaren zo kort op elkaar in bloei hadden, was dus een gelukje. Bezoekers kregen zo extra veel kans om deze bijzondere bloeiwijze in het echt te bewonderen.

Bestoven
Het eerste exemplaar, dat op 27 februari bloeide, is bestoven met stuifmeel van Amorphophallus titanum, de soort die afgelopen zomer bloeide in de Hortus botanicus Leiden. Met dit experiment willen we kijken of het mogelijk is om deze twee soorten met elkaar te kruisen. Het tweede exemplaar, dat op 4 maart in bloei kwam, is bestoven met het stuifmeel van het eerste exemplaar van A. gigas. Als deze bestuiving geslaagd is, kunnen we de zaden die daaruit voortkomen doneren aan andere botanische tuinen. Het overgebleven stuifmeel wordt ingevroren.

Verloop
De komende paar dagen zullen beide bloeiwijzes verdere tekenen van verval gaan vertonen. Ze zijn nog wel te bezichtigen in de Tropische Kas. 

Bij ons leer je de wereld kennen