Vorige pagina

Op de loopbrug in de Wintertuin van de Hortus kun je allerlei soorten zonnedauw bekijken: een vleesetend plantje dat insecten vangt en verteerd met zijn plakkerige klierharen. Sinds september 2022 is de Hortus een student rijker die onderzoek doet naar deze interessante plantengroep, student plantenwetenschappen Dieder de Frens. Want het ene klierhaartje is het andere niet! In deze blogpost duikt Dieder het verre verleden in om de voorouders van de zonnedauw zoals we die nu kennen, beter te leren begrijpen.

"Mijn labwerk zit erop! Ik heb zoveel mogelijk soorten zonnedauw onderzocht met de electronenmicroscoop en vervolgens heb ik van deze soorten het DNA bekeken. Dat betekent dat er voor mij een hoop verwerken, analyseren en natuurlijk schrijven aankomt. Ik zal jullie in deze blogpost vertellen over wat ik precies voor ogen heb voor de uitkomst van mijn analyses.

Zonnedauw dook als groep ongeveer 36 miljoen jaar geleden (!) voor het eerst op. In deze tijd had Antarctica nog bossen en bestonden mensapen nog niet. Kortom, een wereld die buitenaards zou aanvoelen voor ons vandaag. Dit is voor mij juist zeer fascinerend, hoe zagen de alleroudste voorouders van de zonnedauw eruit? Welke klieren hadden deze planten? Dat is een deel van wat ik ga proberen uit te zoeken. Met alle foto’s die ik heb gemaakt met behulp van de electronenmicroscoop, weet ik van een groot aantal soorten welke klieren hierop aanwezig zijn. Door deze informatie te vergelijken met de stamboom, die ik noemde in mijn vorige blog, kan ik met de hulp van een aantal slimme programma’s reconstrueren hoe de voorouders van deze soorten er waarschijnlijk uit hebben gezien. Door dit uit te rekenen voor de verschillende typen kliertjes die ik gevonden heb, kan ik een beeld schetsen van welke kliertjes al sinds het ontstaan van de zonnedauw, 36 miljoen jaar geleden, mogelijk aanwezig waren en welke soorten kliertjes recenter geëvolueerd zijn.

Ter illustratie geef ik een voorbeeld van een van de soorten kliertjes die ik in een eerdere blog genoemd heb, de kliertjes aan de rand van bladeren die snel naar binnen kunnen vouwen. Deze kliertjes komen voor in veel verschillende soorten, maar we weten door een gebrek aan fossiele zonnedauwplanten niet of hun voorouders dit ook hadden. In onderstaand voorbeeldfiguur heb ik een stamboom van vier soorten gemaakt. Van elke soort heb ik genoteerd of deze wel of geen kliertjes op de bladrand heeft die naar binnen vouwen. Op de stamboom zie je drie voorouders bij de vraagtekens, waarvan de meeste linkse de oudste voorouder is van alle vier de soorten. Aan de hand van deze data kunnen ingewikkelde computerprogramma’s uitrekenen wat de kans is dat elke voorouder deze soort kliertjes had. Zoals jullie rechts zien, is er in dit geval een grotere kans dat de verste voorouder wel deze kliertjes had. Dus, miljoenen jaren geleden had de voorouder van de zonnedauw waarschijnlijk (in dit voorbeeld) wel al deze bijzondere soort klieren! Ik vind het fascinerend om op deze manier een kijk terug in de tijd te kunnen nemen.

Wanneer mijn analyses zijn afgerond en mijn rapport is geschreven ga ik samen met de Hortus mijn best doen om de prachtige foto’s en resultaten uit mijn onderzoek te laten zien aan een breder publiek. Ik hoop dat jullie iets hebben geleerd van mijn blogs en iets van mijn enthousiasme voor deze mooie maar kwetsbare plantjes hebben overgenomen. Ik wens jullie een mooie kerst en een gelukkig en leerzaam nieuwjaar!"

Nu Dieders labwerk erop zit, is dit voorlopig zijn laatste bijdrage. Wanneer hij zijn resultaten en foto's van de elektronenmicroscoop gepubliceerd heeft, zullen wij deze uiteraard ook delen.

Meer weten over Dieders onderzoek? Bekijk onderstaande video:

Bij ons leer je de wereld kennen